Het mooie van camponotus soorten

Ik heb vandaag weer nieuwe mieren binnengekregen! Dit keer de Camponotus Friedae, Camponotus Pseudolendus en Camponotus Habereri. Het is natuurlijk veel leuker thuis komen na vakantie, als er mieren op de deurmat liggen! Ondanks dat deze drie soorten allemaal tot de Camponotus, en dus de reuzenmieren behoren, zit er een gigantisch verschil in grootte. Zo is de koningin van de Camponotus Pseudolendus vele malen groter dan die van Camponotus Friedae. Ik heb de Camponotus Pseudolendus nog maar met binnen, en kan iedereen nu al aanraden om deze soort te gaan houden. Een gigantische mierensoort, waarvan de koningin een gouden gaster (achterlijf) heeft. De werksters van Pseudolendus zijn ook veel groter dan die van Camponotus Habereri en Friedae. Als je van grote, en dus makkelijk te observeren, mieren houd dan is Camponotus Pseudolendus dus wel echt een aanrader. Camponotus Habereri is een soort die al een tijdje op mijn lijstje stond, dus om deze soort nu eindelijk te hebben is heel leuk. De koningin lijkt een beetje op Camponotus Nicobarensis, de soort die ik in eerdere blogs behandeld heb, vanwege het rode uiterlijk. Alle soorten hebben ook al hun eerste werksters, dus ze kunnen al gevoerd worden! Ik hoop dat alle soorten het goed gaan doen, en heb daar ook veel vertrouwen in. Toen de kolonies aankwamen, viel me al op dat de Camponotus Habereri erg enthousiast bezig was met aan het watje trekken, om eruit te gaan. Ik heb ze dus ook snel wat eten gegeven. De mieren kwamen eigenlijk op een perfect moment binnen, want precies vandaag ging ik de warmtekabel weer aansluiten. De mieren hadden dus een warm ontvangst waardoor ze hopelijk nog sneller zullen ontwikkelen. Ik heb al gezien dat zowel de Camponotus Friedae, als de Camponotus Habereri en Pseudolendus een aardige stapel broed hebben van alle stadia (eitjes, larven en poppen) dus dat is sowieso een goed teken dat de kolonies gezond bezorgd zijn. Al met al zijn deze drie soorten dus een hele leuke toevoeging aan de mieren die ik al had. Ondanks dat het allemaal mieren zijn, verschilt elke soort enorm van de ander. Dat zie je veel duidelijker naarmate je meer soorten gaat houden. Dat is het leuke aan veel soorten hebben. Niet alleen verschillende 'soorten' (bijvoorbeeld Camponotus en Messor) maar ook alle soorten van Camponotus onderling verschillen heel erg van elkaar. Al met al zijn de drie soorten een hele leuke aanwinst, waarvan ik hoop dat ze het goed zullen gaan doen.